Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord smoker

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
smoker
opium smoker
;
;
🔗 Thin wisps of smoke still rose from the ruins.
(cigarette; whiff);
🔗 You could live in a house with radon, never smoke, and still get lung cancer.

EngelsNederlands
smoker roker; rookcoupé
opium smoker amfioenschuiver; opiumschuiver
chain‐smoker kettingroker
non‐smoker niet‐roker; niet‐rokerscoupé
smoke beroken; damp; dampen; oproken; roken; rokertje; rook; sigaar; sigaret; smoken; smook; smoren; uitroken; walm; walmen