Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord preach

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
preach
; ;
preacher
;
preacher
(female preacher)
predikistino
preaching

EngelsNederlands
preach prediken; preken; verkondigen
preach a sermon een preek houden
preach down afbreken; ijveren tegen; preken tegen
preach sedition oproer kraaien
preach to voorpreken
preach up aanprijzen; ijveren voor; preken ten gunste van; roemen; voorstaan
when the fox preaches, beware of your geese als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen
preacher predikant; predikante; prediker; verkondiger
preachify zedenpreken houden
preaching gepreek; predikatie; prediking; preek; verkondiging
preachment gepreek; preek
preachy prekerig