Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord outgrowth

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
growth (accruals; accruement)	aangroei ; aanwas ; groei	kresko
growth	groei	vegetado
growth	groei	vegeto
growth (vegetation; flora)	gewas	vegetaĵaro
🔗 Between these marks the growth was discoloured and wilted.
growth	wasdom ; groei	kresko
out (outside; without)	buiten ; daarbuiten	ekstere
🔗 At least I can have my pipe out there.
out (outside; outward)	eruit ; naar buiten	eksteren
🔗 He pushed on the door, forcing her out.
out (unconscious)	bewusteloos	senkonscia
out (outside of; outside)	buiten	ekstere de
out (off)	uit	estingiĝinta

Engels	Nederlands
outgrowth	⇆ product; ⇆ resultaat; ⇆ uitvloeisel; ⇆ uitwas
growth	⇆ aangroei; ⇆ aanwas; ⇆ gewas; ⇆ gezwel; ⇆ groei; ⇆ product; ⇆ toeneming; ⇆ uitwas; ⇆ vermeerdering; ⇆ was; ⇆ wasdom
out	⇆ af; ⇆ bekend; ⇆ bewusteloos; ⇆ buiten; ⇆ buitengaats; ⇆ daarbuiten; ⇆ daaruit; ⇆ eropuit; ⇆ eruit; ⇆ geopenbaard; ⇆ in staing; ⇆ naar buiten; ⇆ niet meer aan de slag; ⇆ niet meer aan het bewind; ⇆ niet thuis; ⇆ om; ⇆ op; ⇆ te veld; ⇆ uit; ⇆ uit de mode; ⇆ uit het gelid; ⇆ uit het lid; ⇆ uitgedoofd; ⇆ uitgesloten; ⇆ weg