Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord newlywed

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
newlywed
(bride)
newlywed
(bridegroom)
(just; just now; a minute ago)
(bride and groom; bride and groom)
novgeedzoj
🔗 Such an affair would have taken place not only while Donald and Melania Trump were newlyweds, but soon after Barron was born.
(marry)
in de echt verbinden
;
(marry; marry away; take to wife)
in de echt verbinden
;
🔗 His son Nel weds Scota, daughter of an Egyptian pharaoh, and they have a son named Goídel Glas.
(be married; get married; marry; become a wife)
(be married; get married; marry; become a husband);
(marry)
in de echt verbinden
;
(be married; get married; marry)
🔗 The pair wed in June of last year after becoming engaged in September 2021.

EngelsNederlands
newlywed jonggehuwde; pasgetrouwd
newly nieuw; onlangs; pas
newlyweds jonggehuwden; pasgetrouwden
wed hijliken; huwen; huwen met; in de echt verbinden; trouwen; trouwen met