Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord imperative
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
imperative (crucial; requisite) | te doen ; te verrichten ; | |
imperative | ||
imperative | ; | |
imperative (essential; indispensable; inevitable; vital; absolutely necessary) | beslist noodzakelijk ; ; | nepra |
Engels | Nederlands |
---|---|
imperative | ⇆ absoluut noodzakelijk; ⇆ eerste vereiste; ⇆ gebiedend; ⇆ gebiedende wijs; ⇆ imperatief; ⇆ noodzakelijk; ⇆ vereiste; ⇆ verplicht; ⇆ verplichtend |
imperative mood | ⇆ gebiedende wijs; ⇆ imperatief |
imperative upon | ⇆ verplicht voor; ⇆ verplichtend voor |