Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord hook‐nose
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(clasp; agraf) | ; ; | |
(fish‐hook) | ; ; | |
(couple; hang; secure; grasp) | ||
; | ||
(clasp; fasten) | ||
Engels | Nederlands |
---|---|
hook‐nose | ⇆ haakneus; ⇆ haviksneus |
hook | ⇆ aan de haak slaan; ⇆ aanhaken; ⇆ angel; ⇆ blijven haken; ⇆ bocht; ⇆ boogbal; ⇆ dichthaken; ⇆ duim; ⇆ een boogbal slaan; ⇆ haak; ⇆ haken; ⇆ haken zetten aan; ⇆ het aanleggen met; ⇆ hoek; ⇆ hoekstoot; ⇆ kram; ⇆ naar zich toehalen; ⇆ sikkel; ⇆ snoeimes; ⇆ vasthaken; ⇆ vishaak |
nose | ⇆ besnuffelen; ⇆ geur; ⇆ hals; ⇆ neus; ⇆ neuzen; ⇆ opsnuiven; ⇆ reuk; ⇆ snuffelen; ⇆ stille verklikker; ⇆ tuit; ⇆ zich voorzichtig een weg banen |