Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord general

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
general
(vague)
maldetala
general
(universal; worldwide; common)
universala
(usual; broad; widespread; prevalent; rife);
🔗 The general lifestyle of Coelophysis is fairly obvious.
🔗 And Russia’s generals seemingly have no immediate answer.
veldheer
attorney general
(public prosecutor; prosecutor)
general practitioner
(family doctor; GP)		;
(generally; broadly; commonly; prevalently; widely; on the whole)
in het algemeen
;
over het algemeen
🔗 In general, whitespace doesn’t matter in a PHP programme.
generality
(universality)
generality
(universality; prevalence)
generalize
;
(broadly; commonly; prevalently; widely; on the whole; in general);
in het algemeen
;
over het algemeen
;
🔗 This group of lessons covers what is generally regarded as the most difficult part of Gaelic.
generalship
(discretion; prudence; caution; wariness)		; ;
🔗 Last month, the army sacked three senior officers, including a lieutenant‐general, over the violent attacks on military assets by the former prime minister’s supporters to protest his arrest.

EngelsNederlands
general⇆ algemeen; ⇆ commanderen; ⇆ generaal; ⇆ veldheer
attorney general⇆ minister van justitie; ⇆ procureur‐generaal
consulate general⇆ consulaat‐generaal
general anaesthetic⇆ algehele verdoving
general cargo⇆ lading stukgoederen; ⇆ stukgoederen
general certification of education⇆ middelbare‐schooldiploma
general dealer⇆ winkelier die van alles verkoopt
general delivery⇆ poste restante
general election⇆ algemene verkiezingen
general headquarters⇆ centraal hoofdkwartier
general impression⇆ totaalindruk
general knowledge⇆ algemene ontwikkeling
general manager⇆ hoofdbestuurder
general meeting⇆ ledenvergadering
general officer⇆ opperofficier
general post⇆ hoofdpostkantoor
general post‐office⇆ hoofdpostkantoor
general practice⇆ huisartsenpraktijk
general practitioner⇆ arts; ⇆ huisarts; ⇆ huisdokter; ⇆ praktizerend geneesheer
general shop⇆ warenhuis
general store⇆ warenhuis
general strike⇆ algemene staking
in a general way⇆ in het algemeen
in general⇆ in het algemeen; ⇆ over het algemeen
in general terms⇆ in algemene bewoordingen
in the general⇆ in algemene zin; ⇆ in hoofdzaak
paymaster general⇆ thesauriër‐generaal
postmaster general⇆ directeur‐generaal der posterijen
solicitor general⇆ stafhouder
the general public⇆ de goegemeente; ⇆ het grote publiek
the general reader⇆ het lezend publiek in het algemeen
vicar general⇆ vicaris‐generaal
generality⇆ algemeenheid
generalize⇆ algemeen maken; ⇆ generaliseren; ⇆ veralgemenen; ⇆ verbreiden
generally⇆ algemeen; ⇆ doorgaans; ⇆ gewoonlijk; ⇆ in het algemeen; ⇆ over het algemeen
generalship⇆ beleid; ⇆ generaalsrang; ⇆ leiding; ⇆ tact; ⇆ veldheerschap; ⇆ veldheerstalent
lieutenant‐general⇆ luitenant‐generaal
major‐general⇆ generaal‐majoor
outgeneral⇆ in krijgsmanschap overtreffen