Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord gain ground

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(win; profit; accrue);
(benefit; profit; win; advantage); ;
(put on weight)
plipeziĝi
(profit; benefit); ; ;
(acquire; get; obtain; secure; impetrate);
(profit; benefit; take advantage of);
voordeel trekken uit
;
winst maken
(attain; get; reach; arrive at);
🔗 On Guyal’s arm he tottered forward, and with Shierl close at their heels they gained the gallery.
; ;
🔗 Finland gained independence from Russia in 1917 and fought two wars against it during World War Two during which it lost some territory.
(win)
🔗 True, they gained by the sword a wide empire, but they held it by their genius for administration.
(bottom; foundation; bed); ;
(soil; earth); ;
🔗 The nest of this species is on the ground.
(earth)
terkonekti
(earth; land);
🔗 He leads an army so massive it shakes the ground with its march, so vast it drinks the rivers dry.
(reason; account; motive);
(motive; motif; motivation; theme; angle)
(base; basis; footing; platform; stem);
(run aground; run ashore; strand; grind to a halt)
aan de grond lopen
;
🔗 The lucky half fled back downwind to Bulmer Skeme and grounded on the beach.
(grounds; terrain; lot)
🔗 Experts say armed groups have gained more ground in Mali and Burkina Faso despite the coups there and predict a similar trajectory for Niger if the régime remains in place.

EngelsNederlands
gain ground hoe langer hoe meer ingang vinden; terrein winnen; toenemen; veld winnen; vorderen; zich baan breken
gain aankomen; aanwinst; behalen; bereiken; bezorgen; bijkomen; gewin; het winnen; inlopen; krijgen; opdoen; profijt; uitlopen; veld winnen; verdienen; verdienste; verkrijgen; verwerven; voordeel; voorlopen; vooruitgaan; winnen; winst; zich uitbreiden
ground aan de grond lopen; aan de grond raken; aarde; aarden; achtergrond; baseren; beweeggrond; beweegreden; bodem; de beginselen onderwijzen; grond; gronden; grondkleur; grondverven; grondvesten; onderbouwen; ondergrond; op de grond houden; op strand zetten; reden; stranden; terrein