Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord freshen
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
freshen (increase; strengthen; grow stronger) | ; | plifortiĝi |
(hale) | ||
🔗 And mistress Laletta made sure that fresh flowers were to be found on all the tables. | ||
(recent) | ; van jonge datum ; van recente datum | |
; | ||
; |
Engels | Nederlands |
---|---|
freshen | ⇆ aanwakkeren; ⇆ bijschenken; ⇆ bijvullen; ⇆ opfrissen; ⇆ toenemen; ⇆ verfrissen; ⇆ ververssen |
freshen up | ⇆ opfrissen; ⇆ verfrissen; ⇆ zich even opfrissen; ⇆ zich opfrissen; ⇆ zich opknappen; ⇆ zich verfrissen |
fresh | ⇆ begin; ⇆ brutaal; ⇆ fris; ⇆ nieuw; ⇆ onaangebroken; ⇆ ongezouten; ⇆ stroompje; ⇆ vers; ⇆ zoet |