Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord evangel

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
evangelic
(evangelical)
evangelical
(evangelic)
evangelize

EngelsNederlands
evangel blijde boodschap; evangelie
evangelical evangelisch
evangelist apostel; evangelist; evangeliste
evangelize evangeliseren; het evangelie prediken; het evangelie verkondigen; kerstenen