Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord entangle
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
entangle (ensnare) | ; | |
disentangle (extract; extricate; unravel) | ||
disentangle | ||
entanglement (tangle; complication) | warboel ; ; ; | |
tangle (complication; entanglement) | warboel ; ; | |
tangle (chaos; havoc; disarray; bedlam) | ||
tangle |
Engels | Nederlands |
---|---|
entangle | ⇆ door elkaar warren; ⇆ in de war maken; ⇆ verstrengelen; ⇆ verstrikken; ⇆ verwarren; ⇆ verwikkelen |
disentangle | ⇆ bevrijden; ⇆ losmaken; ⇆ ontwarren; ⇆ uit de war halen; ⇆ vrijmaken |
entangled | ⇆ verward |
entanglement | ⇆ affaire; ⇆ versperring; ⇆ verstrengeling; ⇆ verstrikking; ⇆ verwarring; ⇆ verwikkeling |
tangle | ⇆ in de war brengen; ⇆ in de war maken; ⇆ in de war raken; ⇆ klis; ⇆ klit; ⇆ klitten; ⇆ knoop; ⇆ verstrikken; ⇆ verwarren; ⇆ verwarring; ⇆ verwikkelen; ⇆ warboel; ⇆ warhoop; ⇆ warwinkel; ⇆ wirwar |