Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord economy

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 Japan is the world’s third‐largest economy, with a population of about 127 million.
(saving);
(saving); ;
uitsparing
(economical)
🔗 But it is increasingly looking like the beginning of the end for Putin’s ambitions to uproot the world economic order.
economic
(thrifty; economical; provident)
; ;
🔗 The Muslim world has been afflicted with economic stagnation for many centuries.
economical
economical
(economic)
economical
(thrifty; economic; provident)
;
(steward; bailiff)
🔗 Economists expect the damage to show up quickly.
economize
(save; spare; save up)
; ;

EngelsNederlands
economy bedrijfsleven; besparing; bezuiniging; economie; economies of scale; economy pack; false economy; huishouding; kostenbesparing; spaarzaamheid; uitsparing; zuinigheid
domestic economy huishoudkunde; huishuidkunde; staatshuishouding
economies of scale besparingen door schaalvergroting
economy measure bezuinigingsmaatregel
economy pack voordeelpak
economy size package voordeelpak
false economy verkeerde zuinigheid
market economy markteconomie
measure of economy bezuinigingsmaatregel
national economy volkshuishouding
planned economy geleide economie; planeconomie; planmatige huishouding
political economy staathuishoudkunde
rural economy landhuishoudkunde
economic economisch; staathuiskundig
economical economisch; spaarzaam; voordelig; zuinig
economist econoom; staathuishoudkundige
economize besparen; bezuinigen; economiseren; sparen; uitsparen; versoberen