Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord come up against a brick wall

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
brick	bakstenen ; stenen	brika
brick (piece; cake; ingot; pig; briquette; bar)	baksteen ; steen ; tichel	briko
🔗 She became a White House staffer and that’s when people suddenly realized she’s dumb as a brick.
wall	muur	muro
🔗 Talking to him is like talking to a wall.
wall (partition)	wand	vando
wall	ommuren	enmurigi

Engels	Nederlands
come up against a brick wall	⇆ op een muur stuiten
brick	⇆ baksteen; ⇆ bakstenen; ⇆ beste meid; ⇆ beste vent; ⇆ blok; ⇆ brood; ⇆ flater; ⇆ klinker; ⇆ met bakstenen bouwen; ⇆ metselsteen; ⇆ steen; ⇆ stenen; ⇆ tichel; ⇆ tichelsteen
wall	⇆ muur; ⇆ ommuren; ⇆ omwallen; ⇆ vest; ⇆ veste; ⇆ wand