Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord champ
Engels | Nederlands |
---|---|
champ | ⇆ bijten op; ⇆ kampioen; ⇆ kauwen; ⇆ knagen; ⇆ op het bit kauwen; ⇆ smakken |
be champing at the bit | ⇆ zich verbijten |
be champing to | ⇆ staan te popelen om |
champ the bit | ⇆ zich verbijten |