Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord bulge
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(swell; become swollen) | ; | ŝveli |
(bump; swelling) | ; zwelling ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
bulge | ⇆ bollen; ⇆ bol staan; ⇆ buik; ⇆ buiken; ⇆ doen uitpuilen; ⇆ geboortengolf; ⇆ opbollen; ⇆ opzwellen; ⇆ opzwelling; ⇆ puilen; ⇆ uitpuilen; ⇆ uitpuiling; ⇆ uitstulpen; ⇆ uitstulping; ⇆ uitzakken; ⇆ zwellen; ⇆ zwelling |
birth bulge | ⇆ geboortengolf |
bulging | ⇆ bol; ⇆ buikig; ⇆ uitpuilend |