Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord born

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
naskiĝinta
🔗 Born in Ireland, Marshall came to Canada in 1912.
(arise; originate)
🔗 He raised that snake from the time it was born.
(be reborn);
wedergeboren worden
renaskiĝi
🔗 The world would end, so some said, when the real Dragon was born again.
born and bred
(carry);
🔗 Also she had observed that some of the horses bore riders.
inborn
(congentital; inbred; innate; native)
kunnaskita
newborn
novnaskita
newborn
;
stillborn
naskita malviva
unborn
nenaskita

EngelsNederlands
born aangeboren; geboren
a born fool een geboren dwaas
be born geboren worden; het levenslicht aanschouwen
born and bred geboren en getogen
born at geboortig uit
born in geboortig uit
born of geboren uit; het product van; ontstaan uit; voortgekomen uit
born out of wedlock buitenechtelijk; natuurlijk; ónecht
born with a silver spoon in his mouth van rijke familie
not born yesterday niet van gisteren
bear aanwenden; afbuigen; baissier; baren; beer; behalen; bevatten; bullebak; contramineur; doen dalen; doen gelden; dragen; dulden; gaan; gelijden; hebben; inhouden; liggen; lijden; lopen; schenken; toedragen; toelaten; torsen; uithouden; uitoefenen; uitstaan; verdragen; verduren; voeren; voortbrengen; zich uitstrekken; à la baisse speculeren
blind‐born blindgeboren
firstborn eersteling; eerstgeboren; eerstgeborene
free‐born vrijgeboren
home‐born aangeboren; inlands
inborn aangeboren; ingeboren; ingeschapen
low‐born van lage geboorte; van lage komaf
newborn pasgeboren; wedergeboren
reborn herboren
stillborn doodgeboren
true‐born echt; rasecht
twin‐born als tweeling geboren
unborn ongeboren
well‐born van goede afkomst