Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord boat‐trip
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(keel) | ; | |
🔗 The question is, does he have a boat there? | ||
(journey; voyage) | ; ; trip | |
(excursion; outing; sightseeing trip) | ; trip ; | |
🔗 One trip, to Indonesia in 2019, may have cost as much as $ 500,000 (£ 403,000), according to the non‐profit news website. |
Engels | Nederlands |
---|---|
boat‐trip | ⇆ bootreis; ⇆ boottocht |
boat | ⇆ bevaren; ⇆ boot; ⇆ kom; ⇆ per boot vervoeren; ⇆ roeien; ⇆ sauskom; ⇆ schip; ⇆ schuit; ⇆ schuitje; ⇆ schuitjevaren; ⇆ sloep; ⇆ uit varen gaan; ⇆ varen; ⇆ zeilen |
trip | ⇆ de voet lichten; ⇆ doen struikelen; ⇆ dribbelen; ⇆ een beentje lichten; ⇆ een fout maken; ⇆ een misstap doen; ⇆ fout; ⇆ huppelen; ⇆ laten struikelen; ⇆ lichten; ⇆ losgooien; ⇆ losstoten; ⇆ misstap; ⇆ op een fout betrappen; ⇆ overhalen; ⇆ reis; ⇆ reisje; ⇆ struikelen; ⇆ struikeling; ⇆ tochtje; ⇆ toer; ⇆ trip; ⇆ trippelen; ⇆ trippen; ⇆ uitstapje; ⇆ vangen |