Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord arrangement
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(lay‐out; pattern; scheme; set‐up) | ; ; ; | |
🔗 Ramus has made the arrangements himself! | ||
(fix up; array; care for) | ; ; ; | |
(put in order; tidy; categorize; collate; order; sort; clean up) | ; ; ; | |
🔗 The texts are arranged so as to introduce the most common Danish words and expressions in a context which should be of interest to the average foreign student, whatever his personal motive for learning the language may be. | ||
(assort) | ; van waren voorzien | sortimenti |
Engels | Nederlands |
---|---|
arrangement | ⇆ afspraak; ⇆ akkoord; ⇆ arrangement; ⇆ dading; ⇆ inrichting; ⇆ ordening; ⇆ rangschikking; ⇆ regeling; ⇆ samenstelling; ⇆ schikking; ⇆ zetting |
come to an arrangement | ⇆ een regeling treffen; ⇆ een schikking treffen |
come to an arrangement with | ⇆ een schikking treffen met |
make an arrangement to | ⇆ een afspraak maken om |
make arrangements | ⇆ regelingen treffen; ⇆ schikkingen treffen |
arrange | ⇆ afspreken; ⇆ arrangeren; ⇆ bedisselen; ⇆ beleggen; ⇆ beredderen; ⇆ beschikken; ⇆ bijleggen; ⇆ in orde brengen; ⇆ in orde maken; ⇆ inrichten; ⇆ op touw zetten; ⇆ ordenen; ⇆ organiseren; ⇆ rangschikken; ⇆ redderen; ⇆ regelen; ⇆ schikken; ⇆ zetten; ⇆ zorgen |
disarrangement | ⇆ verwarring; ⇆ wanorde |
rearrangement | ⇆ herinrichting; ⇆ herschikking |