Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord argue with

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(dispute)
🔗 In a video posted this morning on social media, Prigožin can be seen arguing with senior Russian commanders at the regional army headquarters in Rostov.
(discuss; reason about; reason upon)
rezoni pri
(maintain; contend; put forward; put forward arguments);
🔗 “All very well,” argued Trewe, “but how and where?”

EngelsNederlands
argue with discussiëren met
argue aanvoeren; argumenteren; beredeneren; betogen; bewijzen; discussiëren; discuteren; disputeren; duiden op; redekavelen; redeneren; ruzie maken