Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord anyone

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(anybody; somebody; someone; one)
🔗 He could not even tell anyone.
(anyone at all; any; anybody; either)
wie dan ook
🔗 You know I can ride as well as anyone in the village.
(whichever; whoever; whatsoever; anybody)
onverschillig wie
;
welk dan ook
;
wie dan ook
;
(a few; some; several; some of; divers; a number of)
(any at all);
(anyone; anyone at all; anybody; either)
wie dan ook
🔗 But any may also report errors.
(some kind of; one; some)
(any sort of; any kind of)
ia ajn
🔗 There won’t be any question about it.
(neither);
(not an ace; none; no amount)
geen zier
; ; ;
neniom
(a; a certain; an; some)
(either);
🔗 A variable may hold a value of any type.
(they; you; people; we; a fellow; a man);
🔗 How does one find Pandelume, then?
🔗 One in six care workers in the UK is from overseas, but very few earn the £ 25,600 threshold proposed by the committee.
(some kind of; any; some);
een of andere
;
(anybody; somebody; someone; anyone)
🔗 Where may one be found?
🔗 Does Islam worship the one god of Abraham, like Jews and Christians, or some other god?

EngelsNederlands
anyone de eerste de beste; een belangrijk iemand; een ieder; ieder; iedereen; iemand; wie ook
anyone else iemand anders
any een; elk; elke; enig; enigerlei; ieder; wat; welk … ook
one de een; een; een en dezelfde; een enkele; een zekere; eentje; ene; iemand; je; men; één