Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord anger

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(ire; choler); ;
(enrage; incense; rile; get angry; get one’s back up)
🔗 He was slow to anger.

EngelsNederlands
anger boosheid; boos maken; ergernis; gebelgdheid; gramschap; grote ergernis; kwaadheid; nijdigheid; tergen; toorn; verbolgenheid; vergramdheid; verstoordheid; vertoornen
in anger in arren moede
work one’s anger off zich afreageren