Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord Frank
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(above‐board; blunt; explicite; outright; overt; unconcealed) | ; | |
(candid) | nekaŝema | |
; ; | ||
🔗 Let me be frank. | ||
🔗 The PM and Ursula von der Leyen had a frank discussion about the significant obstacles which remain in the negotiations. | ||
Frank (Franconian) | ||
frankly (openly; bluntly; candidly; explicitly; overtly) | ; | |
(to tell the truth; after all) | eerlijk gezegd | verdire |
🔗 That, frankly, is not going to happen. | ||
frankness (openness) | ||
frankness (explicitness; openness; transparency) |
Engels | Nederlands |
---|---|
frank | ⇆ frank; ⇆ frankeren; ⇆ gul; ⇆ gulhartig; ⇆ onbewimpeld; ⇆ onverbloemd; ⇆ openhartig; ⇆ oprecht; ⇆ recht door zee; ⇆ rondborstig; ⇆ ruiterlijk; ⇆ trouwhartig; ⇆ volmondig; ⇆ vrank; ⇆ vrijmoedig |
Frank | ⇆ Frank; ⇆ Frans |
be frank | ⇆ open kaart spelen |
frank and free | ⇆ frank en vrij; ⇆ vrank |
franking machine | ⇆ frankeermachine |
frankly | ⇆ bepaald; ⇆ echt; ⇆ eerlijk gezegd; ⇆ gul; ⇆ gulhartig; ⇆ onbewimpeld; ⇆ onverholen; ⇆ openhartig; ⇆ rechtuit; ⇆ rond; ⇆ rondborstig; ⇆ ronduit; ⇆ ronduit gezegd; ⇆ uitgesproken; ⇆ volmondig; ⇆ vrijuit; ⇆ zonder meer |
frankness | ⇆ gulheid; ⇆ onbevangenheid; ⇆ openhartigheid; ⇆ openheid; ⇆ rondborstigheid; ⇆ rondheid; ⇆ vrijmoedigheid |