Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais houwen
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
battre ; ; heurter | ||
(hakken; kappen) | hacher ; tailler | |
🔗 De andere hond zou in stukken worden gehouwen, zodat ieder er zijn deel van kon krijgen. | ||
(afhakken) | ; tailler | |
🔗 Inien uw hand of uw voet u tot zonde verleidt, houw hem af en werp hem weg. | ||
(slag) | bataille ; coup | |
(hak) | balafre | |
🔗 Toen werd de schedel van de zwarte krijger door een vreselijke houw gespleten en tuimelde het lichaam achterover, bijna op Tarzan. | ||
(slag; tik) | coup | |
(afslachten; moorden) | massacrer |