English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word without a hitch
English | Dutch |
---|---|
without a hitch | ⇆ zonder haperen |
hitch | ⇆ aanhaken; ⇆ beletsel; ⇆ haak; ⇆ haken; ⇆ haperen; ⇆ hapering; ⇆ horten; ⇆ kink; ⇆ knoop; ⇆ liften; ⇆ ruk; ⇆ schoonheidsfoutje; ⇆ slag; ⇆ steek; ⇆ storing; ⇆ vasthaken; ⇆ vastmaken |