English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word weather‐bound

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(neighbour)
(spring)
🔗 Mazirian in his Live Boots bounded with great speed through the forest, yet the black horse, running with no strain, stayed easily ahead.
🔗 At least the weather seems to be warming.
(experience; live through; undergo); ; ;

EnglishDutch
weather‐bound door slecht weer opgehouden
bound begrenzen; beperken; gebonden; grens; ingebonden; landpaal; springen; sprong; terugkaatsen; terugstuiten; verplicht; verschuldigd
weather aan de lucht blootstellen; de loef afsteken; doorstaan; te boven komen; te boven zeilen; verweren; weder; weer