English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word underpin

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
underpin
(support; sustain; bolster; buttress; prop; rest; back up; prop up)
;
(skittle)
alpingli
(bolt)
(bolt)
met bouten vastmaken
bolti
(needle)
🔗 My wife sent me to buy pins!
(below; beneath; underneath); ;
🔗 Don’t you work under Eyvant Dasduke?
(less than)
minder dan
;
malpli ol
🔗 Just under 69% of Britons have been vaccinated, according to Johns Hopkins University.

EnglishDutch
underpin onderstutten; steunen; stutten
pin bout; clip; insluiten; kegel; keil; luns; nagel; opprikken; opsluiten; pen; pin; pincode; pinnen; prikken; schroef; speld; spelden; speldje; spie; stift; tap; vasthouden; vastklemmen; vastpinnen; vastprikken; vastspelden; vastzetten
under bebouwd met; beneden; bij; eronder; in het kader van; krachtens; minder dan; onder; onder … door; volgens