English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word two‐ply
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Two had been killed. | ||
English | Dutch |
---|---|
two‐ply | ⇆ tweedraads; ⇆ tweelagig |
ply | ⇆ draad; ⇆ gebruiken; ⇆ hanteren; ⇆ heen en weer rijden; ⇆ heen en weer varen; ⇆ heen en weer vliegen; ⇆ in de weer zijn met; ⇆ laag; ⇆ plooi; ⇆ streng; ⇆ uitoefenen; ⇆ vouw; ⇆ werken met |
two | ⇆ twee; ⇆ tweetal |