English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word trumpet

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(blare)
trumpeti
trumpet
;
Bengal trumpet
(Bengal clockvine; blue skyflower; blue thunbergia; blue trumpet vine; clockvine; skyflower; skyvine)
grootbloemige thunbergia
grandflora tunbergio
blue trumpet vine
(Bengal clockvine; Bengal trumpet; blue skyflower; blue thunbergia; clockvine; skyflower; skyvine)
grootbloemige thunbergia
grandflora tunbergio
devil’s trumpet
(apple of Peru; thorn‐apple; Jimson weed; devil’s snare; moonflower; hell’s bells; Jamestown weed; stinkweed; locoweed; devil’s cucumber)
heavenly trumpets
(larger bindweed; hedge bindweed; Rutland beauty; bugle vine; bellbind; granny‐pop‐out‐of‐bed)
trumpet vine
(clockvine; thunbergia)
thunbergia
tunbergio
velvet trumpet flower
(painted tongue; scalloped tube tongue)
(megaphone; loud‐hailer; bullhorn; blowhorn)
trumpeter
trompetblazer
;
trompetter

EnglishDutch
trumpet bazuin; getrompetter; met trompetgeschal aankondigen; scheepsroeper; trompet; trompetten; uitbazuinen
Bengal trumpet grootbloemige thunbergia
blast of trumpets trompetgeschal
blow one’s own trumpet zijn eigen lof uitbazuinen; zijn eigen lof verkondigen
blue trumpet vine grootbloemige thunbergia
devil’s trumpet doornappel
flourish of trumpets trompetgeschal
heavenly trumpets haagwinde; pispotje
Triton’s trumpet Tritonshoorn
trumpet forth rondbazuinen; uitbazuinen; uittrompetten
trumpet forth somebody’s praise iemands lof uitbazuinen
trumpet forth the praises of de loftrompet steken over
velvet trumpet flower brokaatbloem
ear‐trumpet gehoorbuis; spreekhoorn; spreekhoren
speaking‐trumpet megafoon; roeper; scheepsroeper; scheepstrompet; spreektrompet
trumpet‐call trompetsignaal
trumpeter trompetblazer; trompetduif; trompetter; trompettist; trompetvogel
trumpet‐player trompettist
trumpet‐shaped trompetvormig