English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word trifle away
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(far; forth; off; yonder; afar) | ; voort ; | |
trifle (bagatelle) | ; ; | |
trifle | ; |
English | Dutch |
---|---|
trifle away | ⇆ verbeuzelen; ⇆ verklungelen; ⇆ verleuteren; ⇆ verspillen; ⇆ vertreuzelen |
away | ⇆ afwezig; ⇆ erop los; ⇆ heen; ⇆ henen; ⇆ mee; ⇆ van huis; ⇆ ver; ⇆ voort; ⇆ weg |
trifle | ⇆ <soort dessert>; ⇆ aalmoes; ⇆ akkefietje; ⇆ akkevietje; ⇆ bagatel; ⇆ beuzelarij; ⇆ beuzelen; ⇆ beuzeling; ⇆ fooitje; ⇆ frutselen; ⇆ futselen; ⇆ grijpstuiver; ⇆ ietsepietsje; ⇆ keutelen; ⇆ kleinigheid; ⇆ liflafje; ⇆ niemendalletje; ⇆ nietigheid; ⇆ peuleschil; ⇆ prutsding; ⇆ schimmetje; ⇆ snorrepijperij; ⇆ spelen; ⇆ spotten |