English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word touch somebody on the raw

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(crude; unrefined; unwrought; unworked; flat; undressed); ;
(uncooked);
🔗 Apples are often eaten raw.
(affect; abut; abut on); ;
🔗 Now I will touch you.
(feel; grope; finger)
🔗 She touched a lock.
(feeling)
(fuse; wick); ; ;
(touch upon)
ekmencii
(contact);
🔗 But rather than mark the start of a new epochal conflict, the speech instead laid bare the extent to which the Russian president has lost touch with reality.

EnglishDutch
touch somebody on the raw iemand op een gevoelige plek raken
raw gemeen; gevoelig; groen; grof; guur; onbewerkt; onervaren; ongekookt; ongeoefend; onverbloemd; pijnlijk; puur; rauw; ruw; ruwe plek; sec
touch aandoen; aangaan; aankomen; aanraken; aanraking; aanroeren; aanslaan; aanslag; aanstippen; aantasten; bespelen; betreffen; cachet; contact; deren; een gevoelige snaar aanraken bij; elkaar aanraken; elkaar raken; gevoel; het halen bij; in de wacht slepen; karaktertrek; komen aan; lichte aanval; pietsje; raken; raken aan; roeren; spelen; streek; tasten; tastzin; tik; tikje; tikkeltje; tikken; tippen aan; toets; tokkelen; toucheren; treffen; trek; trekje; uitwerking hebben op; vleugje; voeling; zweempje