English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word take notice of

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
take notice of (pay attention; pay attention to; heed; watch out; mind; be attentive; be attentive to)	letten op	atenti
🔗 It had only been the year before that Fain had taken notice of them for the first time, acknowledging them as men.
notice (announcement; notification)	aankondiging	anoncado
notice (find; perceive; discern; make out)	bemerken ; gewaarworden ; merken	percepti
notice (detect; note; remark; spot)	bemerken ; merken ; opmerken	rimarki
🔗 I thought you wouldn’t notice.
notice (announcement; communication; message; report; notification)	bekendmaking ; bericht ; kennisgeving	sciigo
notice (proclamation; indiction)	bekendmaking	proklamo
notice (ascertain; establish; take note; note)	bevinden ; constateren ; vaststellen	konstati
notice	kort bericht	notico

English	Dutch
take notice of	⇆ kennis nemen van; ⇆ letten op; ⇆ notitie nemen van
notice	⇆ aandacht; ⇆ aankondigen; ⇆ aankondiging; ⇆ aanmelding; ⇆ aanzegging; ⇆ acht; ⇆ acht slaan op; ⇆ bekendmaking; ⇆ bemerken; ⇆ bericht; ⇆ bespreken; ⇆ betekening; ⇆ convocatie; ⇆ convocatiebiljet; ⇆ gewaarworden; ⇆ kennisgeving; ⇆ merken; ⇆ notitie; ⇆ notitie nemen van; ⇆ opmerken; ⇆ opmerkzaamheid; ⇆ oproeping; ⇆ opschrift; ⇆ recenseren; ⇆ recensie; ⇆ vermelden; ⇆ verwittiging; ⇆ waarschuwing

English

Dutch

take notice of

⇆ kennis nemen van; ⇆ letten op; ⇆ notitie nemen van

notice

⇆ aandacht; ⇆ aankondigen; ⇆ aankondiging; ⇆ aanmelding; ⇆ aanzegging; ⇆ acht; ⇆ acht slaan op; ⇆ bekendmaking; ⇆ bemerken; ⇆ bericht; ⇆ bespreken; ⇆ betekening; ⇆ convocatie; ⇆ convocatiebiljet; ⇆ gewaarworden; ⇆ kennisgeving; ⇆ merken; ⇆ notitie; ⇆ notitie nemen van; ⇆ opmerken; ⇆ opmerkzaamheid; ⇆ oproeping; ⇆ opschrift; ⇆ recenseren; ⇆ recensie; ⇆ vermelden; ⇆ verwittiging; ⇆ waarschuwing