English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word stamp‐duty

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(obligation)
🔗 I struggle to do my duty.
(service; stint)
🔗 As Zerling went about his duties, the ladies sighed and made murmuring sounds.
(die; hallmark);
stempel
(postage stamp)
🔗 For a second day big queues formed at post‐offices in Kyiv as Ukrainians rushed to buy commemorative stamps showing a Ukrainian border guard defying the Russian warship Moskva with a rude gesture.
(mark)
stampi
piedfrapi
(seal)
sigeli
(seal; sticker)
zegelafdruk
(brand)
stempel
; ;
stempel
(mark; counter)
(paw the ground);
(prepay; put on stamps)
surstampi

EnglishDutch
stamp‐duty zegelrecht
duty accijns; belasting; bezigheid; dienst; functie; impost; plicht; recht; taak; werkzaamheid
stamp afstempelen; cachet; frankeren; inprenten; keurstempel; keurteken; merk; muntstempel; postzegel; slag; soort; stamp; stampen; stampen op; stamper; stempel; stempelen; trappelen; waarmerk; waarmerken; zegel; zegelen