English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word self‐protection

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
protection
(aegis; shield; auspices)
protection
protection
(cover)
protection
(shelter; cover)
; ;
protection
protection
(guard; custody; security; vigil; watch)
protection
;
vrijwaring
self
(herself; itself; myself; very; ‐self)
self
(ego)
;

EnglishDutch
self‐protection zelfbescherming
protection bescherming; beschutting; beveiliging; geleide; hoede; protectie; vrijgeleide; vrijwaring
self ego; eigen persoon; eigenliefde; ik