English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word sail

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(depart; leave; start)
🔗 As we sailed, passing clouds cast their shadows on the sea’s surface.
veli sur
sail into
(enter)		;
studding sail
(studsail; stunsail)
(mizzen)
sailing
(departure)		;
sailing
(departure)
(mariner; seafarer; seaman);
sailplane
(glider)
zweefvliegtuig
staysail
studsail
(studding sail; stunsail)
stunsail
(studding sail; studsail)

EnglishDutch
sail⇆ afgaan; ⇆ afvaren; ⇆ besturen; ⇆ bevaren; ⇆ bezeilen; ⇆ doorklieven; ⇆ laten zeilen; ⇆ molenwiek; ⇆ overzeilen; ⇆ stevenen; ⇆ sturen; ⇆ uitvaren; ⇆ uitzeilen; ⇆ varen; ⇆ vertrekken; ⇆ wiek; ⇆ zeil; ⇆ zeilen; ⇆ zeilschip; ⇆ zeiltocht; ⇆ zweven
back the sails⇆ bakzeil halen
come sailing along⇆ komen aanstevenen
crowd sail⇆ alle zeilen bijzetten
… days sail from …⇆ … dagen varen van …
full sail⇆ met volle zeilen
go for a sail⇆ wat gaan varen
lateen sail⇆ latijnzeil
make sail⇆ zeil maken; ⇆ zeilen bijzetten
plain sailing⇆ een doodgewone zaak; ⇆ iets wat van een leien dakje gaat
put out to sail⇆ uitlopen
sail about⇆ omváren; ⇆ omzéílen
sail away from⇆ ontzeilen
sail back⇆ terugvaren
sail close to the wind⇆ bijna te ver gaan; ⇆ op het randje zitten; ⇆ scherp bij de wind zeilen
sail down⇆ ómvaren; ⇆ ómzeilen
sail into⇆ aanpakken; ⇆ onder handen nemen
sail on⇆ dóórvaren
sail through⇆ op zijn sloffen halen
sail under false colours⇆ onder valse vlag varen
sail up⇆ opzeilen
set sail⇆ de reis beginnen; ⇆ op reis gaan; ⇆ uitzeilen
shorten sail⇆ inbinden; ⇆ zeil minderen
square sail⇆ razeil
strike sail⇆ de zeilen strijken
studding sail⇆ lijzeil
take in sail⇆ inbinden; ⇆ zeil minderen
take the wind out of somebody’s sails⇆ iemand de wind uit de zeilen nemen
under sail⇆ zeilend
foresail⇆ fok; ⇆ fokkezeil
mainsail⇆ grootzeil
mizzen‐sail⇆ bezaan
outsail⇆ harder zeilen dan; ⇆ voorbijvaren
sailboard⇆ surfplank; ⇆ zeilplank
sailboat⇆ zeilboot
sailer⇆ zeiler; ⇆ zeilschip
sailing⇆ afvaart; ⇆ varen; ⇆ vertrek; ⇆ zeilen
sailor⇆ matelot; ⇆ matroos; ⇆ schepeling; ⇆ varensgast; ⇆ zeeman
sailplane⇆ zweefvliegtuig
spritsail⇆ sprietzeil
staysail⇆ stagzeil
studsail⇆ lijzeil
stunsail⇆ lijzeil
trysail⇆ gaffelzeil