English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word roost

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
rule the roost
(run the show; call the tune; boss the show)
teni la bridojn

EnglishDutch
roost de nacht doorbrengen; neerstrijken; op de roest gaan zitten; rek; roest; roesten; roeststok; slaapplaats; stok
be at roost op stok zijn
curses come home to roost vervloekingen komen neer op het hoofd van degene die ze uitspreekt
go to roost naar kooi gaan; op stok gaan
have one’s chickens come home to roost zijn trekken thuis krijgen; zijn trekken thuiskrijgen
his chickens have come home to roost boontje komt om z’n loontje
rule the roost de lakens uitdelen; de scepter zwaaien
sit at roost op stok zijn
hen‐roost hoenderrek