English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word requisite

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
requisite (need; want; requirement)	vereiste	bezonaĵo
requisite (necessary; required)	nodig	bezonata
requisite (compulsory; binding; mandatory; obligatory; required)	bindend ; dwingend ; gedwongen ; verbindend ; verplicht ; verplichtend	deviga
requisite (crucial; imperative)	te doen ; te verrichten ; omhanden	farenda
requisite (need; necessity)	noodzaak	necesaĵo
require (need; want)	behoeven ; nodig hebben	bezoni
require (demand; postulate; charge; claim; dictate; exact; mandate; assert)	eisen ; vergen ; verlangen ; vorderen	postuli
🔗 You required your pay in advance and I’ve paid you.
require (compel; force; constrain; necessitate; oblige)	dwingen ; noodzaken ; nopen ; verplichten	devigi
require (involve; necessitate)	noodzaken	necesigi
require	vereisen	postuli
requisites (materials; necessaries)	benodigdheden	bezonaĵoj
requisites (materials; necessaries)	benodigdheden	necesaĵoj

English	Dutch
requisite	⇆ nodig; ⇆ vereist; ⇆ vereiste
require	⇆ behoeven; ⇆ eisen; ⇆ nodig hebben; ⇆ vereisen; ⇆ vergen; ⇆ verlangen; ⇆ vorderen; ⇆ vragen
requisites	⇆ benodigdheden