English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word receivable

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(entertain)
akcepti vizitantojn
(have; get; catch); ; ;
🔗 I have received an important message.
(accept; accredit); ;
(fence)
riceli

EnglishDutch
receivable aannemelijk; nog te ontvangen; ontvangbaar
bill receivable te innen wissel
receive aannemen; bekomen; beuren; genieten; helen; in ontvangst nemen; jour houden; krijgen; ontvangen; oplopen; opnemen; opvangen; recipiëren; toelaten; vinden; voorkrijgen