English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word prompting
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(encourage; impel; instigate; spur on; urge; prod; abet; stir; whip up) | ||
🔗 The move could also prompt a response from the EU that would damage US automakers. |
English | Dutch |
---|---|
prompting | ⇆ inblazing; ⇆ influistering; ⇆ ingeving; ⇆ vóórzeggen |
promptings of the heart | ⇆ aandrang des harten |
the promptings of one’s heart | ⇆ de ingeving van zijn hart; ⇆ de stem van zijn hart |
prompt | ⇆ aandrijven; ⇆ aansporen; ⇆ aanzetten; ⇆ coulant; ⇆ drijven; ⇆ inblazen; ⇆ influisteren; ⇆ ingeven; ⇆ prompt; ⇆ slagvaardig; ⇆ snel; ⇆ souffleren; ⇆ stipt; ⇆ vaardig; ⇆ vlot; ⇆ vlug; ⇆ voorpraten; ⇆ vóórzeggen |