English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word process

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(procedure; technique)
(operate)
(handle; treat; deal with)
process
(apophysis)
;
process
(preserve; put up)
labour process
pensa procezo
🔗 Doctor Lieberman elaborated on the fragmented thinking process of a person suffering from mania.

EnglishDutch
process behandelen; bewerken; dagvaarding; een actie instellen tegen; handeling; loop; procédé; proces; uitsteeksel; verduurzamen; verloop; verwerken; voortgang; wecken
ageing process verouderingsproces
disease process ziekteproces
in process of time na verloop van tijd
in the process daarbij
in the process of construction in aanbouw
in the process of time mettertijd; na verloop van tijd
judicial process rechtsgang
labour process arbeidsproces
manufacturing process bereidingswijze
parallel processing parallelverwerking
process at law proces; rechtszaak
process control <automatische controle van een industrieel proces>
processed cheese smeerkaas
process server deurwaarder
putrefactive process rottingsproces; verrottingsproces
serve a process on dagvaarden
thinking process denkproces
thought process denkproces
processing verwerking
processor processor