English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word private parts

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(component; element; ingredient)
(component; element; ingredient)
(piece; share; portion); ; ; ;
🔗 Some PHP functions use a function you provide them with to do part of their work.
(demarcate; divide)
dislimi
(organ; voice)
; ;
(divide; separate; segregate)
(divide; separate)
🔗 And we’ll never never part.
(rôle)
🔗 They’re only acting the part of the enemy.
(component)
;
nepublika
(personal); ;
privé‐
senofica
🔗 There is no harm enjoying one’s private garden.
🔗 His private life is also much talked about.

EnglishDutch
private parts geslachtsdelen; geslachtsorganen; schaamdelen
part aandeel; aflevering; bestanddeel; breken; deel; emplooi; gedeelte; kant; onderdeel; part; partij; plicht; rol; scheiden; stem; stuk; taak; uiteengaan; uiteenwijken; verdelen; zaak; zich verdelen; zijde
private afzonderlijk; besloten; buitengerechtelijk; eigen; fuselier; geheim; gemeen soldaat; gewoon soldaat; heimelijk; mindere; onderhands; particulier; persoonlijk; piot; privaat; privé‐; soldaat; teruggetrokken; verboden toegang; vertrouwelijk