English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word ply

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
pliant
(supple)

EnglishDutch
ply draad; gebruiken; hanteren; heen en weer rijden; heen en weer varen; heen en weer vliegen; in de weer zijn met; laag; plooi; streng; uitoefenen; vouw; werken met
ply for customers snorren
ply the oars roeien
ply with questions met vragen bestoken
radial ply tyre radiaalband
pliable buigbaar; buigzaam; kneedbaar; meegaand; plooibaar; rekkelijk; vouwbaar
pliant buigbaar; buigzaam; gedwee; lenig; makkelijk te beïnvloeden; plooibaar; soepel; volgzaam
three‐ply driedik; driedraads
two‐ply tweedraads; tweelagig