English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word plump up

English → Dutch
  
EnglishDutch
plump up dikker worden; gevulder worden; uitzetten
plump bot; dik; doen uitzetten; gevuld; gevulder maken; kwakken; mollig; neerkwakken; neerploffen; pardoes; plof; ploffen; plompverloren; poezelig; spekkig; vlezig