English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pinpoint

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
pinpoint
precizega
pinpoint
(define; determine; narrow; state)
nader bepalen
;
pinpoint
(highlight)
goed doen uitkomen
reliefigi
(skittle)
alpingli
(bolt)
(bolt)
met bouten vastmaken
bolti
(needle)
🔗 My wife sent me to buy pins!
🔗 T’sais dropped the point of her sword to the ground.
(mark)
🔗 His approval rating in Iowa has dropped a staggering 21 points since he took office.
(count)
🔗 The first two points are of little importance.
🔗 At that point it will be hard not to ask the question: What on earth has all this been for?
(dot; period; spot; locus; moment; full stop; stop); ;

EnglishDutch
pinpoint de vinger leggen op; nader bepalen; nauwkeurig aangeven; nauwkeurig aanwijzen; precies definiëren; precies lokaliseren; preciseren; speldepunt
pin bout; clip; insluiten; kegel; keil; luns; nagel; opprikken; opsluiten; pen; pin; pincode; pinnen; prikken; schroef; speld; spelden; speldje; spie; stift; tap; vasthouden; vastklemmen; vastpinnen; vastprikken; vastspelden; vastzetten
point aanleggen; aanpunten; duiden; een punt maken aan; etsnaald; geweitak; interpungeren; landpunt; naald; naaldkant; onderstrepen; oog; op treffende wijze illustreren; pointe; punt; punten; puntje; richten; scherpen; spits; spitsen; staan; stift; stip; stippen; stopcontact; streek; tak; van punten voorzien; voegen; wijzen; wijzen met