English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word objection

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
objection
;
objection
objection
(rejection; dismissal; disallowance; knock‐back)
;
verwerping
;
wraking
;
objection
(protest; outcry; demur)
;
objection
;
objection
(article; thing; subject); ;
🔗 This chapter shows you how to define, create and use objects in PHP.
(oppose; be opposed; be opposed to; go against; impede; rock the boat); ; ; ;
obĵeti
(oppose)
tegenwerpingen maken
oponi
(thing; item; something; stuff)
🔗 The king drew from his garments a tiny object and passed it to the chieftain.
(aim; goal; purpose; target; butt; end; intent; objective; destination);
🔗 The present course has this object in view.
objectionable
(blameworthy; censurable; condemnable)
;
verwerpelijk

EnglishDutch
objection bedenking; bezwaar; tegenwerping
have no objection to geen bedenking hebben tegen
raise objections bezwaren maken; opponeren
without any objection zonder tegenspraak
without objection zonder tegenspraak
object bedoeling; bezwaar hebben; bezwaren maken; doel; doelwit; erop tegen hebben; inbrengen; object; onderwerp; oogmerk; opkomen; tegenwerpen; tegenwerpingen maken; voorwerp
objectionable aanstootgevend; aanstotelijk; afkeurenswaard; afkeurenswaardig; lakenswaardig; onaangenaam; verwerpelijk