English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word moorcock

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(prick; pecker; dick; willy; member; rod);
🔗 I’m not trying to suck my own cock.
🔗 It may be the cock that crows, but it is the hen that lays the eggs.
moor
(fasten; tie; tie on; attach; tether)
; ; ;
moor
(heath; heathland)
; ;

EnglishDutch
moorcock korhaan
cock aan oppers zetten; de haan spannen van; haan; haantje de voorste; hooiopper; in de aanslag brengen; kemphaan; kraan; lul; mannetje; op één oor zetten; opper; optomen; optrekken; opzetten; overeind staan; overhalen; pik; primus; scheef houden; schuin zetten; spannen; spitsen; tamp; weerhaan; windwijzer
moor aanmeren; afmeren; hei; heide; heidegrond; heideveld; meren; vastleggen; vastmeren; veen; verankeren