English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word mobile

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(movable);
(portable; portative);
portebla
(mobile phone)
draagbare telefoon
;
(mobile phone);
(mobile)
draagbare telefoon
;
🔗 I have a mobile phone!
mobile phone
(mobile)
;
(motionless; static; still; stationary)
🔗 He approached the immobile Javanne.
mobility

EnglishDutch
mobile beweegbaar; beweeglijk; flexibel; mobiel; mobiele telefoon; mobieltje; rijdend; veranderlijk; verplaatsbaar
mobile canteen kantinewagen
mobile home woonwagen
mobile library bibliobus; bibliotheekbus
mobile phone mobiele telefoon
mobile telephone mobiele telefoon
mobile warfare bewegingsoorlog
immobile immobiel; onbeweeglijk
mobility beweeglijkheid; mobiliteit