English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word mixed
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(blend; mingle; shuffle) | ; ; | |
(blend; mingle) | zich vermengen | miksiĝi |
mix (mixture; blend; miscellany; motley; medley; hodgepodge; jumble; hotchpotch; amalgam) | ; ; |
English | Dutch |
---|---|
mixed | ⇆ gemêleerd; ⇆ gemengd; ⇆ ongesorteerd; ⇆ vermengd |
be mixed up in | ⇆ betrokken zijn bij; ⇆ betrokken zijn in; ⇆ verwikkeld zijn in |
be mixed up with | ⇆ betrokken zijn bij; ⇆ betrokken zijn in |
for mixed voices | ⇆ voor gemengd koor |
get mixed up in something | ⇆ zich ergens inmengen |
get mixed up with | ⇆ betrokken raken bij; ⇆ zich inlaten met |
mixed bag | ⇆ ratjetoe |
mixed blessing | ⇆ geen onverdeeld genoegen |
mixed doubles | ⇆ gemengd dubbel; ⇆ gemengd dubbelspel |
mixed farming | ⇆ gemengd bedrijf |
mixed pickles | ⇆ gemengd zuur |
mixed up | ⇆ door elkaar; ⇆ ondereen; ⇆ verknipt; ⇆ verward |
mixed up with | ⇆ betrokken bij; ⇆ vermengd met |
mix | ⇆ aanmaken; ⇆ aanmengen; ⇆ door elkaar roeren; ⇆ mengelmoes; ⇆ mengen; ⇆ mengsel; ⇆ mix; ⇆ mixen; ⇆ mêleren; ⇆ onder de mensen komen; ⇆ vermengen; ⇆ zich laten vermengen; ⇆ zich vermengen |
mixed‐up | ⇆ betrokken; ⇆ in de war; ⇆ neurotisch; ⇆ verknipt; ⇆ verwarring; ⇆ verwikkeld; ⇆ warboel; ⇆ warwinkel |
unmixed | ⇆ onvermengd; ⇆ puur |