English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word missing
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
missing (absent; wanting) | ; | mankanta |
missing | netrovebla | |
be missing (be absent; absent) | ||
be missing (be lacking) | ||
; | maltrafi | |
🔗 Don’t miss it! | ||
(leave out; omit; overlook; skip) | ; ; |
English | Dutch |
---|---|
missing | ⇆ niet aanwezig; ⇆ ontbrekend; ⇆ verloren; ⇆ vermist |
be missing | ⇆ er niet zijn; ⇆ haperen; ⇆ missen; ⇆ ontbreken; ⇆ vermist worden; ⇆ vermist zijn |
posted missing | ⇆ als vermist opgegeven |
miss | ⇆ falen; ⇆ haperen; ⇆ juffer; ⇆ juffrouw; ⇆ laten voorbijgaan; ⇆ meisje; ⇆ mejuffrouw; ⇆ misgooien; ⇆ mislopen; ⇆ misschieten; ⇆ misschot; ⇆ missen; ⇆ misser; ⇆ misslaan; ⇆ misslag; ⇆ misstoot; ⇆ niet horen; ⇆ niet zien; ⇆ overslaan; ⇆ poedel; ⇆ poedelen; ⇆ uitlaten; ⇆ vermissen; ⇆ verzuimen; ⇆ weglaten; ⇆ zich laten ontgaan |