English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word miss the connection

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
connection
(interconnection; relation)
samenhang
;
; ;
🔗 The connection was dead.
connection
connection
(bond; link; linkage; tie)
connection
(relation; understanding; interrelation; relationship; intercourse)
connection
;
maltrafi
🔗 Don’t miss it!
(leave out; omit; overlook; skip); ;

EnglishDutch
miss the connection de aansluiting missen
connection aansluiting; band; bloedverwant; connectie; familiebetrekking; familielid; handelsvriend; lichtpunt; relatie; samenhang; schakeling; verband; verbinding
miss falen; haperen; juffer; juffrouw; laten voorbijgaan; meisje; mejuffrouw; misgooien; mislopen; misschieten; misschot; missen; misser; misslaan; misslag; misstoot; niet horen; niet zien; overslaan; poedel; poedelen; uitlaten; vermissen; verzuimen; weglaten; zich laten ontgaan