English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word low‐grade

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(rank; status; station; standing)
🔗 What’s to be your grade?
(gon; grad)
decimale graad
;
(degree)
(base; vile; depraved; ignoble; lowlife; mean; sordid);
(nasty; foul; gross; lousy; lowlife; sleazy)
;
laagste punt
plej malalta punkto
(bellow; neigh; growl; whinny; moo; squeal; vociferate)
(deep)
🔗 Murdoch allied himself with Trump despite holding the former reality show host in low esteem.

EnglishDutch
low‐grade inferieur; met een laag gehalte; van gering gehalte
grade beoordelen; cijfer; cijfers geven; een cijfer geven; gehalte; geleidelijk overgaan; graad; graderen; helling; klas; klasse; kruisen; kwaliteit; nivelleren; rang; rangschikken; schakeren; schakering; soort; sorteren; staffelen; trap; veredelen; waterpassen
low bulken; gemeen; gering; laag; loeien; neerslachtig; ordinair; platvloers